Wat staat er in een vaarwegmanagementplan?

Om werkzaamheden op en rond het water uit te mogen voeren is vaak een vaarwegmanagementplan of verkeersmaatregelenplan nat nodig. Het vaarwegmanagementplan dient samen met de vergunningsaanvraag ingediend te worden bij de vaarwegbeheerder. Dit kan Rijkswaterstaat zijn voor de hoofdvaarwegen of een lokale havendienst, gemeente, waterschap of provincie. Maar wat staat er nu eigenlijk in een vaarwegmanagementplan en hoe stel je die op?

Vaarwegmanagement

Vaarwegmanagementplan op laten stellen

Wanneer u van plan bent om werkzaamheden uit te voeren vanaf of aan een vaarweg ondersteunen wij u graag bij het opstellen van een vaarwegmanagementplan, het aanvragen van de nodige vergunningen, het toepassen van de nodige scheepvaarttekens zoals borden en ballenlijnen en het uitvoeren van actieve scheepvaartbegeleiding vanaf één van onze patrouillevaartuigen. Wilt u meer weten of advies voor uw situatie? Neem contact met ons op. Wij helpen graag.

Inhoud vaarwegmanagementplan

Afhankelijk van de aard en omvang van de werkzaamheden en de eisen vanuit de vaarwegbeheerder kan de inhoud van een vaarwegmanagementplan verschillen. We beschrijven hier de basale inhoud van een vaarwegmanagementplan.

  1. Voorblad met:
    1. Afbeelding/ logo
    2. Projectnaam
    3. Opdrachtgever
    4. Datum
    5. Documentversie
  2. Algemene projectgegevens
    1. Locatie van de werkzaamheden
    2. De startdatum en tijd, de einddatum en tijd van de werkzaamheden en verkeersmaatregelen.
    3. De contactgegevens van alle betrokken en relevante contactpersonen zoals opdrachtgever, opdrachtnemer, vaarwegbeheerder, uitvoerende partij.
    4. De go/ no go criteria voor de start van de verkeersmaatregelen.
  3. De verkeersmaatregel
    1. Beschrijf de afweging tussen de benodigde ruimte voor de werkzaamheden in, op, over en/of langs de vaarwegen en de resterende ruimte voor de scheepvaart.
    2. Beschrijf de activiteiten van de werkzaamheden.
    3. Een duidelijke situatietekening in kleur, inclusief alle relevante te plaatsen, aan te passen en/of te verwijderen bebording en bewegwijzering ten behoeve van het aanduiden van stremmingen of omleidingsroutes in verband met afsluitingen.
    4. De schriftelijke goedkeuringen of akkoordverklaringen van de betrokken vaarwegbeheerders voor verkeersbegeleiding, toepassen van afsluitingen en omleidingsroutes.
    5. De onderbouwde berekeningen van de extra reistijden en mogelijke vertragingen voor het om te leiden verkeer, waarbij rekening is gehouden met vaarwegcapaciteit en -intensiteit en de CEMT-klassering en een verklaring van geen bezwaar van de hulpverleningsdiensten.
  4. Vaarwegmarkering
    1. Indien vaarwegmarkering nodig is, dienen de gegevens te worden verstrekt die zijn overeengekomen volgens eis SV200 met Rijkswaterstaat Verkeer en Watermanagement afdeling Operationele Taken.
    2. Uitzondering hierop kan de werkbetonning zijn
  5. Scheepvaartbegeleiding
    1. Indien nodig: beschrijf waar en wanneer scheepvaartbegeleiding nodig is. Denk hierbij aan voorschriften uit duikprotocollen en veiligheidsprotocollen van de betrokken regio.
  6. Verkeerstekens (borden)
    1. Welke borden moeten er komen.
    2. Waar moeten de borden worden geplaatst?
    3. Is er verlichting aangebracht?
    4. Extra aandachtspunt: Indien de borden langer dan 13 weken blijven staan, dan dient er een verkeersbesluit te worden genomen.
  7. DRIP's en informatieborden
    1. Welke informatiedrager wordt er ingezet?
    2. Welke informatie komt er op de informatiedrager te staan?

Hinder bij werken op de vaarweg

Om de hinder voor vaarweggebruikers te minimaliseren heeft Rijkswaterstaat een standaard werkwijze opgesteld: de Werkwijzer Hinderaanpak wegen vaarwegen (Water en scheepvaart vanaf pagina 77). De Werkwijzer Hinderaanpak is een voorschrift die voor iedereen geldt die werkt aan de (vaar)weg. Hoewel deze werkwijze is opgesteld voor werkzaamheden op vaarwegen in beheer van Rijkswaterstaat, conformeren ook veel andere vaarwegbeheerders zich aan deze werkwijze.

Bordenplan vaarwegen

Het bordenplan is onderdeel van het vaarwegmanagementplan. Omdat scheepvaart zich niet beperkt tot Nederland is de betekenis van scheepvaarttekens is vastgelegd in diverse internationale verdragen zoals het CEVNI en SIGNI. Het is belangrijk dat scheepvaarttekens zoals borden, seinlichten en drijvende markeringen langs de vaarweg duidelijk zijn voor alle vaarweggebruikers. Om hier praktische invulling aan te geven heeft Rijkswaterstaat een richtlijn ontwikkeld voor het toepassen van scheepvaarttekens: de Richtlijnen Scheepvaarttekens 2008.

Afmetingen borden langs de vaarweg

In deze richtlijn staat precies beschreven waar alle scheepvaarttekens aan moeten voldoen. Van kleurstelling tot grootte. Eén van de meest belangrijke onderdelen is de afmetingen van de borden ten opzichte van de waterspiegelbreedte. Deze afmetingen zijn onderverdeeld in vier verschillende typen: type 1, 2, 3 en 4. De vaarwegen zijn naar waterspiegelbreedte in vier groepen ingedeeld te weten als volgt:

  1. Waterspiegelbreedte tot 20 m
  2. Waterspiegelbreedte van 20 tot 60 m
  3. Waterspiegelbreedte van 60 tot 170 m
  4. Waterspiegelbreedte meer dan 170 m

Afmeting vaarwegborden

Communicatie bij werkzaamheden op het water

Communicatie met de vaarweggebruiker is erg belangrijk bij alle werkzaamheden die op en rond het water plaatsvinden. Het Rijkswaterstaat Handboek Communicatie bevat informatie op hoofdlijnen over de hinderklasse, de communicatiemiddelen en -momenten, tips en rolverdeling. Het handboek is verplicht en geldt zowel voor Rijkswaterstaat als voor externe partijen die een rol spelen in de uitvoering van d werkzaamheden. De communicatie bij werkzaamheden beperkt zich tot informatie over de hinder voor de vaarweggebruiker.

Welke vergunning is nodig bij werk op het water?

Dagelijks vinden werkzaamheden plaats in de waterbouw, door ingenieurs en tal van andere partijen. Bijvoorbeeld werkzaamheden aan bruggen, in sluizen, aan afmeervoorzieningen, kades of aan de vaarweg. Om dergelijke werkzaamheden uit te mogen voeren is in de meeste gevallen een vergunning of ontheffing nodig. Bijvoorbeeld wanneer er door de werkzaamheden mogelijk hinder ontstaat voor vaarweggebruikers of om kunstwerken of voorzieningen (langer) te gebruiken dan is toegestaan.

Deze vergunning of ontheffing is aan te vragen bij de beheerder van de vaarweg waar gewerkt zal worden. In de meeste gevallen is dit Rijkswaterstaat, een provincie, gemeente, havendienst of waterschap. Via de website Vaarweginformatie.nl is voor iedere brug, waterweg, sluis, kunstwerkcomplex, jachthaven, trailerhelling, ligplaats of terminal te vinden wie de beheerder is. Ook zijn op deze website de contactgegevens te vinden en alle detail gegevens over de objecten.

In de basis is in de meeste gevallen een ontheffing voor BPR 1.23 nodig. Deze wet zegt onder andere: Artikel 1.23.1 “Het is verboden [..] werkzaamheden op een vaarweg te doen plaats hebben zonder dit tijdig tevoren bij de bevoegde autoriteit te melden.”

En artikel 1.23.2: “Indien een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid de veiligheid of het vlotte verloop van de scheepvaart in gevaar kan brengen, is het verboden deze zonder toestemming van de bevoegde autoriteit te doen plaats hebben. Aan een toestemming kunnen voorschriften worden verbonden.”

Contact opnemen

Bij vragen kunt u altijd contact met ons opnemen. Wij helpen u graag met het opstellen van het vaarwegmanagementplan, aanvragen van vergunningen of uitvoeren van scheepvaartbegeleiding bij uw werkzaamheden vanaf of aan de vaarweg. Telefoon: 085 864 00 15 Email: [email protected]

Patrouillevaartuig scheepvaartbegeleiding
Inzet patrouillevaartuig voor actieve scheepvaartbegeleiding tijdens werkzaamheden aan de vaarweg.